Houtskoolbriketten

Gepatenteerd in 1897 door Ellsworth Zwoyer, nam de briket een grote vlucht door Henry Ford.  In Detroit in de Ford autofabrieken was veel afval van zaagsel en hout. De carrosserieën van auto’s werden in die tijd met veel hout gemaakt. Ford bracht dus niet alleen betaalbare auto’s ter wereld, hij creëerde een industrie die het barbecueën in de achtertuin gemakkelijk maakte. Tegenwoordig zet Kingsford , een divisie van Chlorox, meer dan een miljoen ton houtafval per jaar om in briketten.

Briketten beginnen als zaagsel en chips uit gemengd hout van houtfabrieken. kwaliteitscontroleurs kijken nauwlettend erop toe dat er niet teveel naaldhout in zit. Dit zaagsel arriveert per vrachtwagen en stapelt zich op in een bergketen. Het vochtgehalte van dit zaagsel is ongeveer 50%.

HOE WORDT HOUTSKOOLBRIKETTEN GEMAAKT

Het zaagsel arriveert op transportband (A) en komt dan in een enorme roterende loop (B) voor het drogen in de droogtrommel die het vocht tot ongeveer 35% terugbrengt.

Vervolgens gaat het in speciale ovens genaamd retorten (C). Hier gebeurt de magie. Met weinig lucht in de retort, brandt het hout af tot verkoling en komt het uit op ongeveer 25% van het gewicht dat erin ging.

Als het mengsel eenmaal gaar is, wordt het fijngemaakt en vermengd met kleine hoeveelheden toevoegingen die als bindmiddel dienen en die de verbranding bevorderen. Deze toevoegingen kunnen zijn antraciet kolen, minerale houtskool, zetmeel, natriumnitraat, kalksteen, borax en zaagsel. Al deze componenten zijn te vinden in de natuur.

Als deze toevoegingen je nerveus maken, en ik denk niet dat ze dat zouden moeten doen, heeft andere houtskool minder toevoegingen.  Onze voorkeur gaat uit naar een waarvan wordt gezegd dat het 100% hardhout is, zonder toevoegingen.

Deel op social media: