Houtskool is een soort halfverbrand hout. Het wordt gemaakt door het hout heel langzaam te verbranden zonder veel zuurstof, zodat het in koolstof verandert. Mensen koken graag met houtskool omdat het heter kookt dan hout en minder rook produceert. Veel koks zweren met fervente overtuiging bij de ene of de andere brandstof maar de kwaliteit van het te bereiden eten is veel belangrijker. En zonder twijfel is het veel belangrijker om eten van het vuur te halen bij de juiste interne temperatuur. Je kunt veel uitgeven aan duur houtskool.
Het proces om houtskool te maken is oud, met archeologisch bewijs dat de houtskoolproductie ongeveer 30.000 jaar oud is. Omdat houtskool heter, schoner en gelijkmatiger brandt dan hout, werd het door smelterijen gebruikt voor het smelten van ijzererts in hoogovens en door smeden die staal vormden. Commerciële productie werd voor het eerst gedaan in kuilen bedekt met vuil door speciaal opgeleide vakmensen genaamd colliers.
In de praktijk produceert houtskool wat rook. Als de kolen bij het begin van het koken nog niet volledig zijn ontstoken, zal er rook ontstaan als er nieuwe kolen zijn toegevoegd aan het vuur. Zowel houtskool- als gasgrills produceren verbrandingsgassen die smaak geven.
Ook temperatuur is een factor. Houtskool geeft meestal meer warmte door dan de normale gasgrill, en dit zorgt voor meer bruin worden op vlees, en bruin worden, de karamelisatie, produceerd smaak. Tijd is ook een factor. Bij een snelle bereiding hebben rook en gassen weinig impact. Dus de theorie stelt dat een gebalanceerde verbranding van pure houtskool en voldoende zuurstof weinig of geen smaak zal produceren zonder druipen. Maar in de praktijk is dat zelden het geval.
Er zijn verschillende soorten houtskool, waaronder briketten, houtskool, briketten met een smaakje en meer. Men moet hier voorzichtig zijn met generalisaties omdat elk merk anders is. Het type houtskool dat het beste bij u past, hangt af van uw grillstijl en persoonlijke voorkeuren.