In 2024 veranderen de regels voor houtskool en houtproducten drastisch door de invoering van de nieuwe EU-anti-ontbossingsverordening (EUDR). Deze wetgeving is bedoeld om producten die in verband staan met ontbossing en bosdegradatie, zoals houtskool, strenger te reguleren. Vanaf eind 2024 mogen houtskool en andere houtproducten alleen op de Europese markt worden verkocht als bedrijven kunnen bewijzen dat ze legaal en ontbossingsvrij zijn geproduceerd.
Een belangrijk aspect van deze nieuwe regels is de nadruk op traceerbaarheid. Bedrijven moeten via geolocatie kunnen aantonen waar hun producten vandaan komen om te bewijzen dat ze niet bijdragen aan ontbossing. Dit geldt niet alleen voor tropisch hardhout, maar ook voor hout uit bijvoorbeeld Bosnië, zoals robinia, en zelfs voor hout dat in Nederland wordt geproduceerd en verhandeld. Onder de nieuwe verordening vallen ook eindproducten zoals stoelen en houtskool, die eerder niet onder de EUTR-wetgeving vielen.
De strengere eisen zullen naar verwachting een grote impact hebben op de houtskoolmarkt. Veel houtskoolproducten voldoen momenteel niet aan deze duurzaamheidseisen, wat waarschijnlijk zal leiden tot prijsstijgingen, hoewel het nog onduidelijk is hoe groot die stijgingen zullen zijn.
Daarnaast wordt verwacht dat houtskool voortaan een FSC®-certificaat moet dragen om te voldoen aan de duurzaamheidscriteria. Dit certificaat, uitgegeven door het Forest Stewardship Council (FSC), garandeert dat de houtskool afkomstig is van bossen die duurzaam worden beheerd. Dit betekent dat de houtskool geproduceerd wordt zonder schade toe te brengen aan bossen of biodiversiteit, met respect voor de rechten van lokale gemeenschappen, en onder goede arbeidsomstandigheden.